Interview Annemiek Verbrugh-Carlier.

In 2023 starten we een serie interviews met de vrijwilligers van Amateurspalet. We maken kennis met de vele leden die zorgen voor de dagelijkse gang van zaken dan wel voor de organisatie van de vele evenementen. In dit eerste interview maken we kennis met Annemiek Verbrugh-Carlier, scheidend voorzitter. Wie is zij? Waar komt haar belangstelling voor de beeldende kunst en vrijwilligerswerk vandaan?

In het gezin waar Annemiek opgroeide stond de schildersezel van haar vader in de woonkamer. De 6 broers en 4 zussen kregen de liefde voor de kunst met de paplepel ingegoten. Maar waar meerdere broers en zussen kunstenaar werden, koos Annemiek voor een andere richting. Opgroeiend in de 60-er jaren was voor Annemiek onafhankelijkheid en een eigen identiteit vanzelfsprekend. Ze hechtte belang aan haar meisjesnaam, combineerde werk, opleiding en gezin met 3 kinderen. Ze koos met Sociologie en een masters in Public Health in de VS voor een sociaal maatschappelijke studie. Haar carrière stond in het teken van de organisatie van de gezondheidszorg en met name de kwaliteit. Dit neemt niet weg dat ze bewondering heeft voor mensen die het aandurven om naar de kunst academie te gaan en in haar ogen het eenzame pad van de kunstenaar te bewandelen.

Ook al koos ze voor een andere carrière, de liefde voor de beeldende kunst hoort ook bij haar. Dat was al zo in Laren, waar de familie Verbrugh woonde voor ze in 2001 naar Rijswijk verhuisde. In Laren volgde Annemiek de lessen voor amateurs bij de Gooische Academie. Prachtige naam, maar een oud atelier wat  in die tijd slecht onderhouden werd. Amateurspalet in Rijswijk bleek  een verademing. Een goed georganiseerde vereniging met veel activiteiten, altijd les van goede docenten. Een prachtig licht atelier, goed onderhouden en schoon. Een organisatie waar ze zich graag bij aansloot. Van de vele vormen binnen de beeldende kunst ligt haar voorkeur bij verf, kwast en palet.

Op de vraag “ waarom geen klei ? “ verraden houding van handen en gezicht haar, nee dus, ze glimlacht. Na een paar jaar als lid besloot ze in 2008 zich aan te melden als vrijwilliger in het bestuur en werd vervolgens eind 2010 benoemd tot voorzitter. Mensen leerden haar kennen als een verbindende en bemiddelende voorzitter. Nu na 12 jaar heeft ze dit stokje overgedragen aan Femke van Deursen. Volgens Annemiek een goed besluit wat haar meer ruimte geeft om te schilderen en om te helpen rond de organisatie van de tentoonstellingen.

Waarom vrijwilligerswerk?
Kijk, Amateurspalet is een professionele organisatie en wil betaalbaar blijven voor iedereen. In vergelijking met andere aanbieders van cursussen in de beeldende kunst zijn we goedkoop. Het lesgeld van de leden gaat voor bijna 100% naar de professionele docenten. Doordat we zelf kunst maken weten we wat belangrijk is.  Door het zelf te organiseren houden we de prijs laag. We vormen een soort “kunstenaars zelfbestuur”.

Ik geloof in “ small is beautifull “ besluit ze.

Wat wilde je in die 12 jaar behouden?
Kunst verbindt, verschillen vallen weg, je werkt en ontwikkelt je kunst onder leiding van goede docenten in een veilig, schoon en licht atelier. Je inspireert elkaar. Die cultuur trof ik aan toen ik begon en die is er nog steeds. Daarnaast vond en vind ik het belangrijk dat Amateurspalet betaalbaar blijft voor de leden en dat de leden in een open en opgeruimd atelier kunnen werken. Maar dat ging niet altijd even makkelijk.

Wat had je graag anders gewild?

De beeldvorming rond onze naam “ Amateurspalet”! Men gaat vaak voorbij aan het feit dat de vereniging al 72 jaar bestaat, goed georganiseerd wordt en dat de lessen door academisch geschoolde docenten worden gegeven. Het lijkt erop dat er meer waarde wordt toegekend aan de zogenaamde professionele organisaties d.w.z. geleid door betaalde beroepskrachten dan aan organisaties met een bestuur van vrijwilligers. Ook vrijwilligers kunnen zeer professioneel zijn. Als een arts als arts vrijwilligerswerk doet twijfelt toch ook niemand op voorhand aan zijn professionaliteit? Ook bestaat er een misverstand als het gaat om het verschil tussen betaalde krachten en vrijwilligers. Vrijwilliger worden is immers niet vrijblijvend, je gaat commitment aan. Voor mij was dat reden om de naam te willen veranderen in bijvoorbeeld “Atelier Rembrandt” , naar de wijk waarin ons atelier staat. Jammer dat het toenmalige bestuur er niet helemaal achter stond. In mijn optiek is het nog steeds het overwegen waard en ik geef het graag mee aan mijn opvolgers.

De gemeente stimuleert ons tot samenwerking, op zich niet verkeerd, maar het kan ook een gevaar zijn voor onze vrijheid en zelfbestuur. Dit neemt niet weg dat ik de gemeente dankbaar ben voor de subsidie en het gebruik van het atelier. Ik vond en vind het een gemis dat we niet meer in het Museum mogen exposeren. De manier waarop dit ons werd ontnomen heeft een bittere nasmaak. Een stad als Rijswijk heeft een goede expositieruimte nodig! Het Huis van de Stad zou een goed alternatief kunnen zijn. Ik hoop dat ons die kans als zelfstandige organisatie wordt geboden, niet als onderdeel van andere vergelijkbare Rijswijkse organisaties.

Waar ben je trots op?
Dat ik samen met andere fantastische bestuursleden mijn steentje heb kunnen bijdragen aan de continuïteit van de organisatie en cultuur van Amateurspalet. Soms spannend, soms met vallen en opstaan, maar altijd weer met leden die bereid waren de organisatie vrijwillig verder te helpen. We zijn goed door de Corona periode gekomen. Ik ben er trots op dat we nog steeds met een relatief klein budget, ondersteund door een relatief lage subsidie, alle dagdelen bijzonder goede lessen beeldende kunst kunnen geven.

Natuurlijk ben ik ook trots op onze professionele en betrokken docenten, ons functionele atelier en alle leuke dingen die we organiseerden. Ik kijk met plezier terug op evenementen zoals de buitenschilderdagen, zondagmiddag schildercafé, tentoonstellingen, werkbesprekingen, kunstmarkten, de samenwerkingsprojecten met het Concertkoor Rijswijk, Sterren op het doek, een kunstkookboek en een uitgave van 65 jaar Amateurspalet. Het was niet altijd gemakkelijk, leverde menig slapeloze nacht op, maar het was het waard!

Wat wil je meegeven?
Het is belangrijk om leden te betrekken bij de organisatie ook vanwege de voldoening die het geeft. Als voorzitter heb je te maken met de belangen van de organisatie, van de leden, maar ook van individuele vrijwilligers. Vrijwilligers zijn goud waard, je doet het samen. Neem de tijd voor dingen, gebruik draaiboeken. En omdat tijd van vrijwilligers  vaak beperkt is, maak het niet te groot, perfectie is vaak de vijand van het goede. Verbinden en bemiddelen is een goed uitgangspunt, maar ik heb ook moeten leren dat je soms moet doorpakken. Ik wens mijn opvolgers ontzettend veel succes en voldoening!